Waarom lukt het sommige provincies wel en andere niet om het beoogd aantal garantiebanen voor de baanafspraak te halen? Zowel bij de toppers als de floppers blijkt: het begint bij directeuren en managers die het écht willen.

Wat kan er
Fryslân staat zowel absoluut als relatief gezien aan de top als het gaat om het aantal gecreëerde Participatiebanen. 8,3 zijn het er, daar waar 3 banen de doelstelling was. ‘Maar eigenlijk zijn we helemaal niet met die doelstelling bezig’, aldus Bieneke Veuger van de afdeling P & O. ‘We willen gewoon mensen uit de doelgroep aan het werk hebben, op een duurzame manier. En dus zijn we gaan kijken naar wat er kan, niet naar wat er moet.’


Belang en urgentie
En er kon veel in Fryslân. Met 8,3 banen heeft de provincie haar doelstelling ruimschoots gehaald. Sommige provincies lukte dat niet en gemeenten lukte dat heel vaak niet. Wat is het Friese geheim? ‘Het heeft er mee te maken dat onze directeuren het belang en de urgentie zagen’, denkt Veuger. ‘Het scheelt of een directeur echt een ambassadeur is die de hele organisatie meekrijgt, of dat het er één is die zegt “jullie moeten het doen en zoek het maar uit”. Wij hadden heel gemotiveerde mensen die niet de budgetten maar de mensen leidend lieten zijn.’

Functiecreatie werkte niet

De provincie startte in 2014 al door mee te doen aan een pilot functiecreatie. Op allerlei afdelingen werd gekeken of mensen simpele taken als kopiëren, koffie klaarzetten of post afhandelen misschien uit handen konden geven en er op die manier een functie voor iemand uit de doelgroep gecreëerd kon worden. In Wijchen werd daar met succes een nieuwe baan mee gecreëerd, maar in Frysland werkte het niet. Veuger: Medewerkers op beleidsafdelingen kopiëren helemaal niet zoveel, bovendien blijven ze dat soort kleine klusjes graag zelf af en toe doen. Even heen en weer lopen is juist fijn en ook gezond.’

Dingen die niet gebeuren
Daarom gooide de provincie het over een andere boeg: waar is behoefte aan. ‘We vroegen onze mensen naar dingen die nu niet gebeuren, maar die wel fijn zijn’, vertelt Veuger. ‘Dat bleek iemand die helpt als er vergaderzalen klaargezet moeten worden. Of iemand die bij de entree koffie en thee klaarzet voor de gasten, en iemand die iedere dag even rond het gebouw loopt en de rommel opruimt.’ En zo werden dus wel functies gecreëerd, maar niet door werk bij andere mensen weg te halen.



Vangnet

Zeven mensen heeft de provincie nu aan het werk, goed voor 8,3 participatiebaan, omdat sommige mensen meer werken dan 25,5 uur, het aantal uren dat als één participatiebaan geldt. Twee Wajongeren zijn bij de provincie in dienst, de rest is via de sociale werkvoorziening aan de slag. De provincie betaalt daar een uurtarief voor aan het sw-bedrijf. ‘De reden daarvoor is dat de Sw nog een vangnet biedt voor het geval het niet goed gaat’, vertelt Veuger. ‘Het gaat toch om een kwetsbare doelgroep en dan is zo’n vangnet en een jobcoach vanuit de wsw belangrijk. Als het goed gaat, is het op termijn de bedoeling dat ze bij de provincie in dienst komen, maar nu is dat nog niet het geval.’

Verhoging van de kosten

Hoeveel de 8,3 garantiebanen de provincie kosten, vindt Veuger lastig te zeggen. ‘Wij hebben daar ook niet meteen naar gekeken. We zijn vanuit de opdracht en de match aan de slag gegaan en hebben in eerste instantie gezegd “daar vinden we wel wat voor”. Nu we goed op gang zijn, zijn we wel bezig het financiële plaatje rond te krijgen. Want de Participatiewet mag niet verdringen en dus kost het natuurlijk gewoon geld. Dat wordt lang niet altijd goed belicht, maar we krijgen een taakstelling van het rijk en dat betekent aan de achterkant een verhoging van de kosten.


Zuid-Holland haalde doelstelling niet
In Zuid-Holland ging het vorig jaar een stuk minder soepel met de garantiebanen. De doelstelling van 7 werk bij lange na niet gehaald. Slechts 1,6 banen werden gecreëerd. Volgens een woordvoerder had de provincie een langere aanlooptijd nodig omdat de interne en externe netwerken op orde gekregen moesten worden. ‘. Intern moesten we met elkaar uitzoeken welke afdelingen en functies geschikt waren voor de participanten en wat we voor de mensen kunnen betekenen. De functie moet zowel voor de provincie als voor de participant een toegevoegde waarde hebben.’

Besef doorgedrongen

Inmiddels is de goede weg gevonden, meldt de provincie. Voor 2016 staat de teller nu al op 10,6 terwijl er eind van het jaar 14 banen moeten zijn. ‘Dat gaan we ruim halen’, aldus de woordvoerder. Gevraagd naar de reden waarom het vorig jaar niet en dit jaar wél gaat lukken, blijkt ook hier de rol van leidinggevenden belangrijk te zijn. ‘Er zijn bijeenkomsten georganiseerd waarbij de managers van alle afdelingen zijn uitgenodigd en participanten zich voorstelden door een presentatie te geven. En bij de managers is het besef echt doorgedrongen dat ze ermee aan de slag moeten.’